Gepubliceerd op: 20 juni 2016 door Gastredactie Webdesign.nl
Laatst was er iemand op ons gratis juridisch spreekuur die met een geheel ander probleem kwam dan het onderwerp van deze column en tussen neus en lippen door bij het weggaan vertelde dat hij met een ander in de clinch lag over een domeinnaam. Hij zou zelf wel ff een verweerbriefje tikken aan de arbiter. We hebben hem dat afgeraden. Het waarom volgt hieronder.
Velen onder u zullen wel eens een discussie hebben gehad over een domeinnaam die te veel lijkt op die van een ander, of op de handelsnaam of het merk van een ander. Je kan dan een arbiter laten beslissen “van wie de domeinnaam is”. Een arbiter is iemand die vaak sneller en goedkoper dan een rechter knopen doorhakt, meestal op basis van een doeltreffend reglement, zonder door twee advocaten bestookt te worden met een miljoenmiljard argumenten die rijp en groen uit de wet geplukt worden. Dan moeten beide kemphanen wel akkoord zijn met arbitrage in plaats van de rechter. Bij domeinnamen is dat opgelost via de algemene voorwaarden bij het kiezen van een domeinnaam: de registrars die zijn aangesloten bij SIDN hebben zich door de acceptatie van algemene voorwaarden verplicht om degenen die bij de registrar om een domeinnaam vragen bij die aanvraag akkoord te laten gaan met algemene voorwaarden, waarin een plicht staat om je te onderwerpen aan arbitrage. Wel een beetje gedwongen winkelnering, maar voor de meesten toch gunstig (want snel, goedkoop en gespecialiseerd). Maar wat als je het nou niet eens bent met de uitspraak? Sommige mensen hebben de neiging arbitrage minder serieus te nemen dan rechtspraak: er is geen advocaat nodig, je kan zelf het woord/schrift doen, en de fees voor de arbiter zijn ook niet iets om van wakker te liggen. Een soort van “bijna gratis droogoefenen, en als het tegenvalt ga ik wel naar de rechter”. Zoiets. Die gedachte is onjuist en kan tot vervelende gevolgen leiden.
Onlangs was er zo’n geval waarin eerst arbitrage was gevolgd en vervolgens de rechter werd benaderd. ITT had de domeinnaam ‘dungs.nl’ gekocht, en was die gaan gebruiken voor (onder andere) producten van het merk ‘Dungs’. Daar was merkhouder Dungs niet blij mee. Dungs startte een arbitrage en won. ITT ging naar de rechter: wilt u maar oordelen dat er geen sprake is van merkinbreuk en dan niet aan de hand van de wet maar aan de hand van de arbitrageregeling en arbitragejurisprudentie?
‘Nee’, zegt de rechtbank, ‘ik hoef niet aan de arbitrageregeling en arbitragejurisprudentie te toetsen en alles nog een keer dunnetjes over te doen, want de rechtbank is geen hogerberoepinstantie voor het geval u het niet eens bent met de arbiter. Ik check alleen nog of de beslissing “evident onjuist” was.’ Hoe zo’n lichte beoordeling uitwerkt zien we hierna…
ITT beriep zich op een eerdere arbitrale uitspraak tussen andere partijen (de zogeheten OKI-data-uitspraak). In die OKI-data-uitspraak werd beoordeeld onder welke voorwaarden je een domeinnaam mag hebben met daarin het merk van een ander. Het niet plaatsen van met het merk concurrerende producten op je site was één van die voorwaarden.
ITT had dan ook (met OKI-data in haar achterhoofd) bij de arbiter aangegeven dat de niet-Dungs-producten niet concurreerden met de Dungs-producten. ITT had daarbij nagelaten te motiveren waarom ze dat vond. Pas bij de rechtbank motiveerde ITT waarom ze vond dat het geen concurrerende producten waren. Dat had ITT al bij de arbiter moeten doen. ITT haalde er vervolgens nog andere arbitragejurisprudentie bij; dat had alleen zin als de beslissing van de arbiter in het licht daarvan “onbegrijpelijk” zou zijn. Ten overvloede merkt de rechter nog op dat ‘[merk].nl’-domeinnamen gewoon merkinbreuk opleveren, want hoeveel disclaimers ook, je hebt al een commercieel voordeel als iemand je site bezoekt; of je een domeinnaam wel of niet hoeft over te dragen aan de domeinnaamhouder volgens de arbitrageregels doet daar niet aan af. Zo’n laatste ongevraagde oordeel komt een merkhouder natuurlijk goed uit: die hoeft geen dure procedure meer op te starten om te beoordelen of er sprake is van merkinbreuk.
Wat leren we hier nou uit? Neem arbitrage even serieus als een procedure bij de rechter, of misschien wel nog serieuzer want vaak heb je geen hoger beroep!
Lees het vonnis hier.
Jan Smolders, Dohmen advocaten.
Ook interessant in het kader van domeinnamen met een merk er in: 5 augustus 2013 "Merk-waardig": Wil je het merk van een ander op je site gebruiken, bijv. omdat je erin handelt of ermee werkt? Domeinnaam met handelsnaam tbv doorlinken geen handelsnaamgebruik wel merkinbreuk.
Meer weten? We hebben elke week een gratis juridisch spreekuur. Wij zijn designers en techneuten die advocaat geworden zijn en begrijpen dus de designtaal en de technische taal. Met die achtergrond checken we gratis uw algemene voorwaarden en modelcontracten op onverantwoorde risico’s.
Lees meer over mr. Jan Smolders via LinkedIn of volg zijn twitterprofiel voor meer columns.
Ook gastredacteur worden? Webdesign.nl biedt een uitgebreid portfolio-overzicht van Nederlandse webbureaus per branche, regio én maker aan.
Bekijk het profiel van Gastredactie Webdesign.nl
Gepubliceerd op: 02 augustus 2021
Overstappen van telecomprovider met behoud van telefoonnummer is makkelijk. Overstappen van websitebouwer met behoud van uiterlijk kan voor problemen zorgen. De opdrachtgever denkt vaak dat de website van hem is, omdat hij er voor betaald heeft. De websitebouwer ziet dat vaak anders. Hij heeft er zijn ziel en zaligheid in gestopt dus is het van hem.
Gepubliceerd op: 29 juli 2021
U werkt vast met meerdere mensen of bedrijven samen aan meerdere projecten. Laten we als voorbeeld een website nemen waar u gezamenlijk aan werkt. Of zelfs zoiets eenvoudigs als een Facebookpagina. Uit onderstaande casus blijkt tot welke ellende het kan leiden als u die samenwerking niet goed vastlegt. Weliswaar is het een wat oudere casus (2019), maar ik gebruik hem toch omdat hij zo illustratief is.
Gepubliceerd op: 03 november 2017
Hoe het ook tegenwoordig ook gesteld mag zijn, iedereen heeft het recht om fouten te herstellen. De hoofdregel van ons recht is dan ook dat je van een overeenkomst af kan als de ander wanpresteert, mits je de ander eerst in gebreke hebt gesteld.
Gepubliceerd op: 27 september 2017
Grappen maken mag, we hebben vrijheid van meningsuiting. Op het moment dat concurrenten grappen over elkaar gaan maken – zeker als die op internet staan en viral gaan - kan dat geld kosten, en wordt de rechter er vaak bijgehaald om de grenzen te bepalen.